Switch to English
Informatie

Hond uit het buitenland

Heeft uw hond een tijd in het buitenland gewoond dan zijn er een aantal ziekten die uw hond bij zich kan dragen zonder dat u het in de gaten hebt. Ziekten die in Nederland niet (veel) voorkomen en soms pas na jaren ernstige klachten kunnen geven.

Honden die door een stichting uit het buitenland zijn meegenomen zijn meestal ter plekke gezond verklaard. Vaak wordt een bloedtest gedaan op de ziekten die hieronder genoemd worden. Helaas zijn deze testen regelmatig valsnegatief en is de test na een aantal maanden toch positief. Wij vinden het daarom belangrijk om uw dier op een aantal ziekten te testen die wel aanwezig kunnen zijn maar (nog) geen ziekte hebben veroorzaakt.

Ziekten waar op getest wordt

We testen op Hartworm, Longworm, Leishmania en Erhlichia. Verderop in deze brief vindt u informatie over andere (teken)ziekten (Babesia, Lyme, Anaplasma en Hepatozoon) waar u hond wel ziek van kan worden maar waar we niet routinematig op testen omdat dit niet zinvol is gebleken.

Hartworm (dirofilaria immitis)

Hartworm is een worm die voorkomt bij honden en katten en met name in de longarteriën leeft (meestal niet in het hart).

Het kan naast longproblemen wel ook ernstige hartproblemen veroorzaken. De hartworm produceert microfilarien die door de mug worden opgezogen en een volgend stadium van de parasiet wordt doorgegeven aan een volgend slachtoffer. Het duurt ongeveer 6 maanden voordat zo’n door de mug overgebrachte larve een volwassen worm wordt.

Hartworm is de laatste 10 jaar een steeds groter probleem geworden in Europa. De hartworm kan zich in ons klimaat vooralsnog niet verder ontwikkelen in de mug maar de verwachting is dat dit met de opwarming van de aarde wel gaat gebeuren.

Mensen kunnen sporadisch optreden als oneigenlijke gastheer, waar de levenscyclus van de parasiet niet wordt voltooid. De larven kunnen wel subcutane en soms oogbeschadigingen veroorzaken en kunnen zich inkapselen in de longen waar ze uiteindelijk verkalken. Het risico bij de mens is dan vooral de kans op verwarring met longtumoren, met hierdoor onnodige behandelingen en soms operaties als gevolg.

Een bloedtest wordt pas 6-8 maanden na besmetting positief. De wormen zijn dan al volwassen en kunnen al klinische problemen geven.

In de donkerrood gekleurde gebieden komt hartworm voor.

In de donkerrood gekleurde gebieden komt hartworm voor

Longworm (angiostrongylus)

Ook wel Franse hartworm genoemd, komt alleen bij honden voor en zit meestal niet in het hart maar in de longen. De volwassen wormen leggen eieren, daaruit komt een larve die opgehoest wordt en via de faeces wordt uitgescheiden. Een slak neemt de larve op en de hond eet de slak of het slakkenslijm op. Na 40-60 dagen ontwikkelt zich dan weer een volwassen worm, waarmee de cyclus weer compleet is.

De worm geeft longproblemen (benauwdheid, hoesten) en hartproblemen (dikke buik, flauwtes, verminderd uithoudingsvermogen). Verder kan het stollingsstoornissen geven en door bloedingen ook neurologische verschijnselen zoals verlamming, vreemd gedrag en verminderd bewustzijn. We kunnen testen of uw hond longworm heeft door de ontlasting van 3 achtereenvolgende dagen te onderzoeken of net als bij hartworm middels een bloedtest in huis. Daarbij is maandelijkse ontworming ook ten zeerste aan te raden.

Deze worm komt ook in Nederland voor:

  • Regio Den-Haag
  • Noord-Veluwe
  • Flevoland
  • Wassenaar
  • Noord-Holland

Leishmania

Deze parasiet wordt overgebracht door zandvliegjes. Na enkele maanden tot zelfs meerdere jaren kunnen huidklachten, nierproblemen en slechte conditie optreden. De ziekte is wel goed te behandelen maar niet te genezen en we behandelen dan ook alleen als de hond echt ziektesymptomen vertoont. Een positieve test alleen is dus onvoldoende reden om te gaan behandelen maar het is wel fijn om te weten of uw dier besmet is zodat we weten op welke symptomen we moeten letten in de toekomst. Het kan meer dan een jaar duren voordat een besmette hond seropositief wordt. Een biopt van de Iymfeknopen en/of beenmerg is vaak eerder positief. Een hond die in het land van herkomst negatief getest is op Leishmania, kan helaas later (in Nederland) alsnog positief testen. Leishmania kunnen we net als hart- en longworm ook in huis testen middels een bloedtest.

Ehrlichiose

Honden die besmet worden met Ehrlichia Canis worden vaak acuut ziek en hebben hoge koorts. Dit wordt acute Ehrlichiose (karpattenziekte) genoemd. Met een goede behandeling zullen veel van deze dieren genezen. Bij een bloedtest zullen deze honden positief testen. Helaas kunnen deze dieren tot meer dan 7 jaar later nogmaals ziek worden van de parasiet. Dit wordt chronische ehrlichiose genoemd.

Rhipicephalus sanguineus (de teek die Ehrlichia en Babesia overbrengt) is vooral een Zuid- Europese teek (veel voorkomend onder de rode lijn op de afbeelding hieronder). Honden kunnen jaren lang rondlopen met Ehrlichia zonder dat u dit weet. Als er klinische verschijnselen optreden kan een hond met chronische Ehrlichiose plots ernstig ziek worden.

Rhipicephalus sanguineus regios

Ziekten waar niet op getest wordt

Verder zijn er nog een aantal parasitaire ziekten waar we niet op testen omdat dit niet zinvol is zoals Lyme, Anaplasma, Babesia en Hepatozoon. Hieronder kunt u lezen wat deze ziekten inhouden.

Lyme

Veel honden hebben antistoffen tegen de ziekte van Lyme in het bloed. Sommige zieke en veel gezonde honden testen positief. Als honden ingespoten worden met de Lyme bacterie, worden ze meestal niet ziek. Er is wel ziekte van Lyme gezien bij honden die in het veld zijn besmet. Dit is echter goed te behandelen met antibiotica. Preventie tegen teken is aan te raden maar een bloedtest is niet nuttig.

Teek bij een hond

Anaplasma

Anaplasma wordt door dezelfde teek overgebracht als de ziekte van Lyme. De parasiet is ook in Nederlandse teken gevonden. Een teek moet 24 tot 48 uur bloed zuigen voordat de ziekteverwekker van anaplasma wordt overgedragen. Een hond wordt 1-2 weken na besmetting ziek. De prognose is na behandeling goed.

Anaplasma phagocytophilum komt in west Europa voor, dus ook in Nederland. Honden die positief testen op ziekte van Lyme, hebben mogelijk ook anaplasma.

Anaplasma platys komt in zuid Europa voor. De patiënt kan gelijktijdig besmet zijn met Babesia en/of Ehrlichia canis.

Symptomen Anaplasma:

  • Acute lusteloosheid
  • Slechte eetlust
  • Koorts
  • Kreupelheid (gewrichtsontsteking, polyartritis)
  • Bleke slijmvliezen
  • Braken/diarree
  • Huidbloedingen
  • Benauwdheid
  • Vergrote lymfeklieren/milt
  • Zelden: hoesten, oogontsteking, zwelling van de poten, veel drinken en neurologische verschijnselen

Tot de diagnose Anaplasma komen we door middel van een bloedonderzoek. 1 tot 4 weken na blootstelling worden honden seropositief: Het lichaam heeft antistoffen aangemaakt tegen de parasiet, de hond blijft daarna seropositief. Als we de antistoffen in het bloed vinden hebben bewijzen we daarmee dat de hond ooit anaplasma heeft gehad, maar het bewijst niet dat anaplasma de reden is voor de huidige klachten. Preventief testen op Anaplasma is dan ook niet zinvol, tekenpreventie wel!

Babesiose

Babesiose is de ziekte die wordt veroorzaakt door de bloedparasiet Babesia. De parasiet wordt overgebracht door teken die in warmere landen voor komen. 1-3 weken na infectie krijgt de besmette hond koorts, bloedarmoede en rood/bruine urine. Sommige honden worden pas maanden later ziek.

Babesiose is goed te behandelen. Indien onbehandeld kunnen dieren aan de ziekte overlijden. Babesia is een parasiet van de rode bloedcel en vermenigvuldigd zich daar. Als de rode bloedcel hierdoor kapot gaat, besmet de parasiet de volgende rode bloedcel. Door het kapot gaan van de rode bloedcel (1-3 weken na de tekenbeet) wordt de hond erg ziek.

Symptomen Babesiose:

  • Koorts
  • Geelzucht
  • Braken
  • Rode urine
  • Bloedarmoede
  • Nierfalen

Soms wordt de ziekte chronisch en zien we ook spier- en gewrichtsontstekingen en recidiverende koorts. De parasiet wordt door de zelfde teek overgebracht als Ehrlichia.

Hepatozoon

Hepatozoon is een eencellige parasiet (protozo) die honden ziek kan maken. De parasiet komt voor in de zuidelijke landen van Europa. In Nederland zien we het dus alleen bij honden welke in een van deze landen zijn geweest. De hond kan besmet raken door een besmette teek op de eten. De hond likt/ bijt aan de vacht en krijgt zo de teek binnen.

Hepatozoon vormt geen groot probleem, we komen de ziekte weinig tegen, zelfs bij honden die mee zijn geweest op vakantie naar de Middellandse Zee.